

Nijmegen, 6 oktober 2018
‘Hoe actueel kun je zijn?’ vraagt voorzitter Maria van Schaijik in haar welkom. Die morgen is bekend geworden dat Yezidi-activiste Nadia Muras Basee en gynaecoloog Denis Mukwege de Nobelprijs voor de Vrede gekregen hebben. Toch is het eerste idee voor deze dag al vorig jaar geopperd. Dat zegt iets over de tijd waarin we leven. ‘De kerk gaat de “liminale fase” tegemoet’, zegt José Sanders, ‘en zal daarna anders zijn.’ Anne-Claire Mulder laat zien dat in deze post-patriarchale tijd #MeToo de geloofwaardigheid van mensen kritisch bevraagt.
José Sanders, hoogleraar Narratieve Communicatie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen, begint haar inleiding over de functie van verhalen met een verhaal. Daarmee laat ze zien dat een verhaal zich afspeelt in een andere ruimte en tijd dan waarin wij leven. Toch kunnen we daarin meegaan. We kunnen zo van elkaar leren. Er is de paradox van afstand en nabijheid.
Het ‘ik-verhaal’ doet nog meer: de verhaalwereld en het hier en nu vallen samen. In de sociale media worden veel ik-verhalen gepubliceerd. Daarop kunnen we onszelf projecteren. Dat roept instemming op, of tegenspraak, de politiek bemoeit zich ermee en we worden beïnvloed, we worden ook iemand anders.
Ze laat via zoektermen in Google zien hoe dat werkt bij ‘seksueel misbruik in de kerk’, en geeft daarna aan hoe zij zelf – kerkelijk actief in de Sint Jan van ’s-Hertogenbosch – daarop reageert: ogen en oren willen sluiten, maar ook zich verantwoordelijk voelen. En solidariteit: hoeveel #MeToo is er nog in de kerk in andere landen en werelddelen?
De kerk in verhalen
Een klassieke verhaalvorm is dat van de held. Hij/zij verlaat het huis, komt hindernissen tegen, raakt in een wanhopige situatie verzeild, wordt door wonderlijke krachten gered en brengt zijn nieuwe inzichten terug in de oude situatie. In wetenschappelijke termen: stabiliteit – separatie – transitie – incorporatie. Tussen separatie en incorporatie is er de liminaliteit. Daar is het onduidelijk waar je naar toe gaat. De kerk gaat de liminale fase tegemoet, zegt José Sanders. Aan de andere kant van het verhaal móet het een andere kerk zijn geworden met een andere plek voor vrouwen. Ze eindigt met drie soorten verhalen:
* lineair (verhalen met een begin en eind, gekenmerkt door beschrijving en begrijpelijkheid, toekomstgericht). Een zin die daar bij hoort, wat betreft ons thema, is: seksueel misbruik in de kerk moet afgelopen zijn!
* plotgestuurd (heldenverhalen waarin mensen een rol hebben, gekenmerkt door overtuiging en activering, gericht op autonomie): die hindernis van de gesloten archieven moeten we overwinnen!
* momentaan (verhalen over relaties, wat is en wat kan worden, gericht op aanvaarding en verbinding): het is zo, we weten niet waar we eindigen.
Ze pleit voor meer balans in de verhalen met zeker meer aandacht voor het momentane verhaal.
In de discussie met de zaal wordt onder andere herkend dat het heldenverhaal een mannelijk verhaal is. De rol van vrouwen daarin is ‘wachten’: het verhaal van Maria. Maar Maria is ook een profetes, en vrouwen hebben ook strijdlust. ‘Wachten’ is dus een andere vorm van moed en het is belangrijk om de vertelwaardigheid daarvan op te delven.
Mantel
Anne-Claire Mulder, universitair docent Vrouwen- en Genderstudies aan de Protestantse Theologische Universiteit Groningen, verwijst ook naar de winnaars van de Nobelprijs. We leven in een post-patriarchale samenleving. De mediastorm laat zien dat patriarchale verhalen niet meer vanzelfsprekend zijn. Tegelijk geven mannen hun voorrechten niet op zonder slag of stoot. Het voorbeeld is het gevecht om de waarheid tussen Ford en Kavanaugh. En de inzet, analyseert Anne-Claire, is controle over het vrouwenlichaam. Men vreest dat Kavanaugh de Amerikaanse abortuswetgeving zal terugdraaien.
Het thema van Anne-Claire is ‘waardigheid’. Ze gaat vooral in op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, met een kleine uitloop naar de uitspraak van de filosoof Kant: de mens is niet horig aan een doel buiten zichzelf. Na de emancipatiebewegingen, vanaf de negentiende eeuw, krijgt dit vorm en inhoud in de mensenrechten. Maar schending van vrouwen wordt nog niet benoemd. Bij de Wereldconferentie van de Verenigde Naties over vrouwen in Beijing veranderde dat toen Hilary Clinton stelde dat vrouwenrechten mensenrechten zijn. En de mensenrechten werden eindelijk betrokken op de privésfeer van gezin en huwelijk.
Maar ‘waardigheid’ is een wat abstract begrip. Hoe erken je je eigen waardigheid en die van de ander? De theologe Ina Praetorius kwam met de term ‘7 miljard waardigheidsbekleedsters’, en dat roept beelden op van concrete mensen. En Anne-Claire voelt het in haar eigen lichaam als ze zegt: ik ben een waardigheidsbekleedster.
Een symbool daarvoor is de mantel, bij hoogwaardigheidsbekleders een teken van distantie en hiërarchie. Bij waardigheidsbekleedsters symboliseert het de ruimte om jezelf te zijn. Anne-Claire verbindt dat ook met het religieuze ‘beeld van God’ zijn.
#MeToo onthult (ont-hult!) hoe de eigen waardigheid van vrouwen geschonden en geroofd is. Maar die onthulling betekent ook verlies van geloofwaardigheid van juist die mensen die de waardigheid en rechten van anderen moeten beschermen.
Er volgde een levendige discussie met de zaal waaraan ook de forumleden deelnamen: Anke Bisschops, psycholoog en door de commissie Deetman gevraagd om de religieuze oversten te begeleiden omdat daar veel mis ging, noemt een gebed. Daarin wordt het misbruik door de daders verbonden met de molensteen die het evangelie bestemt voor degenen die kinderen misleiden (Mk 10,42). Wat Maria van Schaijik zegt, wordt door veel mensen beaamd: je geloof staat los van het instituut. Het gaat erom te luisteren naar mensen, bij mensen te zijn.
Holkje van der Veer die haar onverwachte rol als dagvoorzitter met glans waarnam, sluit af met een column. #MeToo – voeg je dat toe aan je facebookprofiel? Al nadenkend worden die letters voor haar het symbool van een wereld waarin slachtoffers zich met naam en gezicht kunnen laten zien.
#MeToo en vrouwelijke waardigheid




