top of page

Fratelli tutti

fratelli tutti boekje.jpg

De Encycliek ‘Fratelli tutti’ (allen broeders (en zusters) van Paus Franciscus is bepaald niet onopgemerkt gebleven. Sommige commentatoren beschouwen hem als ‘te politiek’, anderen prijzen hem juist daarom en roemen het sociale karakter ervan. Er verscheen een uitvoerig persbericht van onze zusterorganisatie KDFB (katholischer Deutscher Frauenbund, 150.00 leden). Op vele punten verheugen zij zich over het standpunt en de aansporingen van de paus. Zij missen echter concrete uitspraken over de ‘Geschwisterlichkeit’ (broeder/zusterschap) in de katholieke kerk, met name over het betrekken van vrouwen op het niveau van besluitvorming en ambtsuitoefening. Ook in België verscheen dit bericht op het ‘Kerknet’. De Laudato Si-werkgroep organiseerde samen met vastenactie op 29 januari j.l.ook een webinar hierover met bijdrage van Mgr. de Korte. Hier kunt u dit terug zien. Wij vroegen theologe dr. Trees Versteegen om de encycliek voor ons te lezen. Lees hieronder haar reactie. Reageer gerust als u mee wilt denken.

​

Allen broeders, over verbondenheid die ontbreekt.

 

Het had zo'n prachtige encycliek kunnen zijn, de meest recente encycliek van Paus Franciscus 'Fratelli tutti'. Veel maatschappelijke vraagstukken benadert de paus op een pastorale, indringende en politieke manier. Vanuit genderperspectief heeft de Paus in deze tekst helaas belangrijke kansen laten liggen, en dat zit 'hem' niet alleen in de titel en de taal.

 

Geen vrouwenlectuur

Het lezen van encyclieken is onder de meeste vrouwelijke katholieken en vrouwelijke theologen niet populair. Dat is ongetwijfeld veroorzaakt,  omdat midden in de euforie van de (katholieke) emancipatie van de jaren zestig de encycliek Humanae vitae verscheen, over o.a. het gebruik van anticonceptie. Veel vrouwen keerden zich af van dat deel van de katholieke traditie: ze leefden door als katholieke vrouwen en negeerden de inhoud van de encycliek. Hoe goed veel encyclieken bedoeld zijn op sociaal en politiek vlak, encyclieken die over vrouwen zijn geschreven sluiten over het algemeen nu eenmaal niet direct aan bij de levenservaring van veel vrouwen.

           

Een bekentenis

Voordat ik inga op deze encycliek wil ik eerst een bekentenis doen. Ondanks bovengenoemde tegenzin, ben ik de laatste jaren echt een fan geworden van sociale encyclieken, zoals bijvoorbeeld Laudato Si' en Deus Caritas Est. Het zijn heldere overzichtelijke teksten, waarbij elk nummertje van de tekst een klein onderwerpje bevat. De teksten van encyclieken bouwen voort op wat de pauselijke voorgangers hebben gezegd.  Ze voegen dus iets toe aan wat er al gezegd is. Mijn recente interesse voor pauselijke documenten komt ook voort uit het feit dat de teksten en encyclieken van paus Franciscus actueel zijn en urgente maatschappelijke thema's behandelen die ons allen bezig houden: armoede, milieu, vluchtelingen. De toegankelijke pastorale stijl van Paus Franciscus wekte bovendien de hoop dat er voor vrouwen in de r.-k. kerk een ander perspectief zou kunnen ontstaan. Niet verwonderlijk dus  dat internationaal door vrouwenorganisaties verontwaardigd gereageerd is op de titel van deze encycliek.

 

En zusters...

'Allemaal broeders' , zo zal de tekst de geschiedenis ingaan. De titel is ontleend aan een tekst van Franciscus van Assisi. Zoals de naam 'Humanae vitae' of ''Rerum Novarum'. Fratelli Tutti. Christelijke vrouwen zijn gewend en gehard om door die woorden heen te luisteren. Niet zelden opent Paulus zijn brieven met 'broeders'. In de praktijk noemt de kerk daar dan de zusters bij.  Het verzoek dat internationale katholieke vrouwenorganisaties vrouwen deden, om naast de fratelli in de titel ook de sorelle te noemen is niet gehonoreerd. Als vrouwen moeten we dus, al lezend, door de taal inbijten, willen we nog iets van de inhoud meekrijgen.

 

Kritiek op de wereldorde

Voor katholieken wereldwijd is het desondanks een belangrijk document. De paus roept op tot internationale samenwerking waar mogelijk. Hij klaagt het populisme aan, voor zover het groepen mensen uit elkaar speelt en onderlinge angst voor elkaar kweekt. Franciscus bekritiseert economisch liberalisme dat te sterk uitgaat van de optelsom van mogelijkheden van individuen, zonder rekening te houden met de sociale samenhang. Hij steunt de positie van de inheemse volkeren en wijst roofbouw op de natuur af. Hij roept op tot een constructieve benadering van het migrantenvraagstuk: zorg dat er lokaal goede ontwikkelingsmogelijkheden zijn en ontvang mensen vanuit de gelijkheid van eenieder voor God. Steeds denkt hij vanuit het perspectief van de armen. Hij drukt zijn zorgen uit over de verdeling in en van de schepping. En vooral, vooral pleit hij voor openheid voor elkaar: open staan voor je buren, je buurvolken, voor wat de vreemdelingen je kunnen brengen, voor wat je kunt leren van elkaar.  

 

De tekst is overtuigend en komt overeen met wat de paus al eerder verwoordde. Toch verliest de tekst aan geloofwaardigheid door de benadering van gendervraagstukken en de positie van vrouwen. Hier wil ik drie kwesties noemen. Allereerst is er de 'broederlijke' taal. Daarnaast verzuimt de Paus de hand in eigen kerkelijke boezem te steken. Bovendien is het de vraag hoe goed de levenspraktijken van vrouwen zijn meegenomen in het denken 'over de wereld.'

 

Taal geeft betekenis

In reactie op de kritiek op de titel heeft het Vaticaan laten weten dat echt iedereen moet worden ingesloten in het 'allen broeders'. Herhaaldelijk worden de broeders en de zusters, de mannen en de vrouwen ook wel genoemd. Maar ook valt herhaaldelijk het woord 'fraternity' en 'fraternal'.  Dat woord broederlijk-heid schijnt inclusief bedoeld te zijn. In de r.-k. traditie is het een veel gebezigd woord als het om solidariteit en saamhorigheid gaat. De Duitse vertaling van deze encycliek vertaalt het met 'Geschwisterlichkeit', dat klinkt al heel anders. Maar als de encycliek dan tot allen gericht is, ware dan in plaats van fraternity iets als 'connectedness', verbondenheid niet een beter woord geweest? Dan zou je bijvoorbeeld in de zin:".. door op deze manier met elkaar om te gaan maken we sociale vriendschap mogelijk die niemand buitensluit en broederlijkheid die openstaat voor iedereen" (94) met het vertaalde woord 'verbondenheid'  inclusieve betekenis geven. Taal geeft betekenis. En wie dit een beetje gezeur vindt, raad ik aan ter oefening het woord 'fraternity' te vervangen door 'sisterhood', zusterschap.

 

Gebrek aan kerkelijke zelfkritiek

Van andere aard is de kritiek op de sociale en theologische uitgangspunten, die wel de wereld aangaan, maar blijkbaar niet de kerk intern. Het denken van de katholieke kerk maakt  onderscheid tussen de positie van vrouwen in de maatschappij en in de r.-k. kerk. Voor de maatschappij geldt gelijkheid. Zo niet voor de kerk. Vrouwen horen daar 'van nature' tot het geslacht dat geen aanspraak kan doen op gelijkheid.  De 'natuur' van vrouwen, mannen, mensen, ligt vast.   Hartstochtelijk pleit de paus in de encycliek voor een wereld van gelijkheid tussen groepen. Hij bekritiseert  een beperkte ('reductive') antropologie, een mensbeeld, dat mensen uitsluit. Hoe staat het dan met de theologische antropologie van de r.-k.--kerk? Worden mensen daar buitengesloten? Zouden die vragen ook over de interne organisatie van de kerk mogen worden gesteld? De paus concludeert in een mooie exegese van de parabel van de barmhartige Samaritaan: "De parabel toont ons hoe een gemeenschap herbouwd kan worden van mannen en vrouwen die zich identificeren met de kwetsbaarheid van anderen, die het tot stand brengen van een maatschappij van uitsluiting afwijzen en in plaats daarvan handelen als naasten, die degenen die gevallen zijn optillen en rehabiliteren voor het algemene belang". Ik stel voor dat dit laatste de nieuwe agenda vormt voor de gesprekken over de positie van vrouwen, mannen, mensen in de wereld en de kerk.

 

De dagelijkse praktijk

Het document spreekt gelijkelijk over mannen en vrouwen gelijkelijk in hun maatschappelijke verantwoordelijkheden. Als de paus terecht als wereldleider de internationale organisaties en politici aanspreekt op hun verantwoordelijkheden, gaat hij ervan uit dat dit zowel mannen als vrouwen betreft. Toch denk ik dat de encycliek, of het pauselijk denken, meer mag uit gaan van de dagelijkse levenspraktijken van vrouwen. Hij bekritiseert sterk het individualisme en alhoewel ik het bestaan ervan niet kan ontkennen, het komt volstrekt niet overeen met mijn beeld van al die vrouwen en mannen die in het dagelijks leven zorgen voor hun naasten, door weer en wind op de fiets bezoekwerk doen, die hongerigen voeden, na hun werk voor hun ouders zorgen of hun buren, en in de avonduren met vluchtelingen optrekken in buurt en stad. Grote economische en sociale theorieën passeren de revue, maar ethiek van zorg, ontbreekt. Verbondenheid lijkt vooral iets van en in het hoofd en de vergadertafel en minder van de handen die reiken, zorgen, verzorgen, creëren. Vrouwen op verschillende plaatsen, ook in de kerk, zijn degenen die al werkend  de gemeenschappen bij elkaar houden, verbondenheid scheppen en, inderdaad, net als de Samaritaan, de wonden verzorgen.

 

In deze belangrijke reflectie over ontmoeting tussen groepen, of het ontmoeting tussen nieuwkomers en vaste locale bewoners betreft, volkeren of gesprekken tussen de religies, pleit de paus voor openheid in ontmoeting die tot inhoudelijke verrijking kan leiden. Ik hoop vurig dat door deze encycliek, dit ook zo zal zijn binnen de r.-k kerk, in verbondenheid met allen die het aangaat.

 

Zoals de paus bidt aan het slot van 'allen broeders',  bid ik met hem voor de zusters en broeders die het verleden, heden en de toekomst van de wereld en de kerk vormen:

​

Inspireer ons om te dromen van een nieuwe ontmoeting, van dialoog, van gerechtigheid en vrede. Moedig ons aan om gezondere samenlevingen en een meer waardige wereld te creëren.

Ook binnen de kerk.

 

 

oktober 2020,

dr. Trees Versteegen

pastor-theoloog

 

Met ingang van 1 september 2019 heeft mevrouw dr. T.J.M. (Trees) Versteegen haar activiteiten voor de Diocesane Kerkelijke Caritas Instelling van het Aartsbisdom Utrecht (DKCI) beëindigd.  Zij is per die datum in dienst getreden als pastoraal werkster bij de Parochie Heilige Drie-eenheid in Nijmegen.  Zij is in 2013 gepromoveerd op het onderwerp: Geleefde genade. Een bijdrage aan de theologie van genade vanuit ervaringen van katholieke vrouwen. Genade heeft te maken met een evenwicht tussen wat je zelf in gang kunt zetten en wat je gegeven wordt. Die balans tussen inzet en gave is kenmerkend voor de genade-ervaringen waarover de vrouwen vertellen.

​

​

​

bottom of page